Menu
Zoek
Contact
Documenten ondertekenen bij DELA.

Wie zijn de wettelijke erfgenamen?

In dit artikel geven we een overzicht van de volgorde waarin wettelijke erfgenamen erven en wat daarbij bepalend is. Wettelijke erfgenamen omvatten bloedverwanten, gelijkgestelden en de langstlevende partner. Volgens het wettelijk erfrecht worden je erfgenamen doorgaans automatisch vastgesteld, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt. We bieden een vereenvoudigde uitleg van deze erfopvolging.

Dossier

Bloedverwanten en gelijkgestelden

De erfrechtelijke volgorde van erfgenamen wordt bepaald door twee belangrijke concepten: orde en graad. Deze factoren spelen een rol bij het bepalen van wie recht heeft op (een deel van) de erfenis.

De graad is van invloed binnen elke orde en bepaalt wie daadwerkelijk erft. Erfgenamen die zich het dichtst bij de erflater bevinden in termen van graad, sluiten andere erfgenamen automatisch uit. De graad geeft aan hoeveel generaties bloedverwanten van elkaar gescheiden zijn. In de wet wordt een onderscheid gemaakt tussen de rechte lijn en de zijlijn.

1. Rechte lijn: dit betreft personen die afstammen van elkaar.

Bijvoorbeeld, een dochter bevindt zich in de eerste graad ten opzichte van haar vader en zoon, en in de tweede graad ten opzichte van haar grootmoeder.

2. Zijlijn: dit betreft personen die afstammen van een gemeenschappelijke voorouder.

Bijvoorbeeld, broer en zus zijn verwant in de tweede graad, tante en neef in de derde graad, en nicht en neef in de vierde graad.

De orde in het erfrecht bestaat uit een groep bloedverwanten die recht hebben op de erfenis. Een hogere orde sluit altijd erfgenamen uit die zich in een lagere orde bevinden. Dit betekent dat als er erfgenamen in de eerste orde zijn, de erfgenamen in de tweede, derde en vierde orde geen aanspraak maken op de erfenis.

1. Eerste orde: afstammelingen of descendenten bv. (achter-)(klein)kind(eren)

Bv. Gustaaf overlijdt en laat twee kinderen, Mia en Davy, na. Mia is helaas vooroverleden en had zelf twee kinderen Leo en Martine. In dat geval komen Leo en Martine in de plaats van hun vooroverleden moeder Mia en erven ze bij plaatsvervulling de helft van de erfenis van Gustaaf. De andere helft van de nalatenschap gaat naar zoon Davy.

2. Tweede orde: bevoorrechte ascendenten en bevoorrechte zijverwanten bv. ouder(s) met (half)broer(s)/-zus(sen) en hun afstammelingen

Bv. Jonas komt te overlijden en heeft geen afstammelingen, maar wel nog zijn beide ouders en zus Tina. In de tweede orde erft elke ouder van Jonas 1/4de van de nalatenschap. De overige helft komt toe aan zus Tina.

3. Derde orde: ascendenten bv. (over-)(groot)ouder(s) zonder (half)broer(s)/-zus(sen)

Bv. Philippe sterft en woonde bij zijn grootmoeder die de voogdij op zich nam. Zijn nalatenschap wordt in de derde orde in twee helften verdeeld, ook wel grote kloving genoemd. De ene helft van de nalatenschap van Philippe gaat naar de dichtste erfgenamen langs moederszijde, de andere helft naar de dichtste erfgenamen langs vaderszijde.

4. Vierde orde: verdere zijverwanten bv. (groot)ooms en (groot)tantes en neven en nichten

Bv. Nathalie overlijdt en heeft geen familie meer in de eerste, tweede of derde orde. Haar grootoom, twee tantes en neef die nog wel in leven zijn, zullen haar nalatenschap erven.

Langstlevende partner

De wet erkent zowel de langstlevende echtgenoot als de langstlevende wettelijk samenwonende partner als volwaardige erfgenamen. De samenlevingsvorm bepaalt het erfrecht.

1. Langstlevende echtgenoot

Bij samenloop met bloedverwanten erft de langstlevende partner meestal het vruchtgebruik, terwijl de bloedverwanten de blote eigendom erven. De volgende bloedverwanten van de overledene kunnen in aanmerking komen:

  • Afstammelingen: de langstlevende partner erft het vruchtgebruik op de volledige nalatenschap.
  • Bevoorrechte ascendenten en zijverwanten: de langstlevende partner erft de volledige eigendom van het aandeel van de erflater in het gemeenschappelijk vermogen en bepaalde onverdeeldheden tussen echtgenoten, evenals het vruchtgebruik van het resterende vermogen.
  • Andere zijverwanten: de langstlevende partner erft de volledige nalatenschap in volle eigendom.

Als de langstlevende partner geen bloedverwanten (meer) heeft, erft hij/zij de volledige nalatenschap in volle eigendom.

2. Langstlevende wettelijk samenwonende partner

De wettelijk samenwonende partner erft levenslang het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad, ongeacht de aanwezigheid van bloedverwanten. Bovendien heeft de langstlevende partner altijd recht op de huur van het onroerend goed dat als gemeenschappelijke verblijfplaats fungeerde bij het overlijden.

In het geval van feitelijk samenwonende partners geldt dat zij geen wettelijk erfrecht hebben. Gelukkig bestaan er mogelijkheden om af te wijken van de standaard wettelijke erfopvolging door middel van een testament, huwelijkscontract, schenking of erfovereenkomst. Het is belangrijk om gebruik te maken van deze juridische instrumenten om ervoor te zorgen dat je bezittingen en nalatenschap overeenkomstig jouw wensen worden verdeeld na het overlijden.