Rouwen om iemand die je dierbaar is, hoort bij het leven. Het is zwaar en pijnlijk, maar meestal lukt het om stap voor stap de draad van het leven weer op te nemen. Soms loopt rouw echter vast en blijft het verdriet alles overheersen. Hoe ga je om met complexe rouw?
De meeste mensen die een dierbare verliezen, ervaren een periode van intense rouw. Dit wordt ook wel acute rouw genoemd: de eerste tijd na een overlijden, waarin emoties en gedachten vaak alle kanten op gaan. Kenmerkend daarvoor zijn:
Hoe zwaar dit ook voelt: bij de meeste mensen neemt de intensiteit na verloop van tijd wat af. Het gemis blijft, maar het verweeft zich met het leven. De kenmerken van de acute rouw kunnen af en toe nog even de kop opsteken, maar het verlies laat zich wat minder scherp voelen. Er komen weer momenten waarop je vooruit kunt kijken.
Rouw verloopt immers als een slingerbeweging. Op sommige momenten ben je heel erg bezig met het verlies en alles wat daarmee samenhangt. Op andere momenten neem je daar wat afstand van en ben je bezig met het leven dat weer verder gaat zonder de overledene. Heel je leven blijf je heen en weer bewegen tussen deze 2 dimensies.
Soms blijft de pijn evenwel even scherp, ook lang na het verlies. Het rouwproces stagneert, zonder vooruitgang of verlichting en als nabestaande heb je het gevoel vast te zitten. Dan spreken we van complexe rouw.
Bij volwassenen spreken we van complexe rouw als dit na een jaar nog zo intens aanwezig is. Bij kinderen al na zes maanden.
Sinds kort staat complexe rouw officieel omschreven in de medische handboeken als persisterende-rouwstoornis (PRS). Daarmee wordt erkend dat rouw niet altijd vanzelf lichter wordt, maar kan uitgroeien tot een psychische aandoening met eigen symptomen.
Bij complexe rouw doen zich meerdere van onderstaande symptomen voor in relatie tot het overlijden:
Herken je jezelf in deze symptomen? Dan is het goed om professionele hulp te zoeken.
Er bestaan gespecialiseerde therapeuten die ervaring hebben met verlies en bewezen methodes gebruiken. Aanvullend aan deze professionele hulp kunnen ook lotgenotengroepen steunend zijn: het kan helpen om te praten met anderen die iets soortgelijks meemaken.