Vrees je dat je als vriend of kennis weinig kan doen voor iemand in rouw, of ben je bang de verkeerde dingen te zeggen? Doe toch maar een welgemeende poging, want iets is beter dan niets, of wees er gewoon door aandachtig te luisteren.
Nabestaanden hebben het meest aan een persoonlijke boodschap, anekdote of gedeelde herinnering, maar soms vind je de juiste woorden niet of ken je de overledene daarvoor onvoldoende of niet. Als je dan op heel empathische wijze ‘gecondoleerd’ zegt of ‘veel sterkte’, kan dat ook veel deugd doen.
Merk je dat je iets gezegd hebt dat niet passend was (bijvoorbeeld ‘alles goed met jou?’ vrij kort na het overlijden), aarzel dan niet om ‘sorry’ te zeggen. Dat kan ook gerust een hele tijd erna. Nabestaanden appreciëren het als ze merken dat je ermee bezig bent.
Je kan ook gerust iets zeggen vanuit jouw eigen beleving/emoties. Bijvoorbeeld dat je gewoon de woorden niet vindt om uitdrukking te geven aan zo’n groot verlies of dat het je zelf heel erg raakt. Samen emoties delen kan heel verbindend zijn. Het is wel niet de bedoeling dat de rouwende jou gaat troosten, want dat kunnen ze er vaak niet bij nemen.
Voor nabestaanden is het belangrijk dat hun verlies en pijn erkend worden.
Dit kan op verschillende manieren, maar een aantal zaken kan je beter vermijden:
Meestal kan je heel goed steun bieden door gewoon te luisteren, liefst op een heel empathische manier. Ook stiltes hebben daarbij hun plaats of vragen om nog beter te kunnen begrijpen.
Johan Terryn verwoordt dit als volgt in zijn boek ‘Het Uur blauw’: “Goede vragen kan je maar stellen als je luistert. In het antwoord dient zich altijd een nieuwe vraag aan. Als iemand in je omgeving een rouwproces doormaakt, hoef je niet de juiste dingen te zeggen of de juiste vragen te stellen. Al wat je moet doen, is luisteren”.
Luisteren doe je bovendien niet één keer, maar zo vaak de rouwende er nood aan heeft. Bij rouwondersteuning is dus ook veel geduld nodig. Een rouwende kan immers heel veel deugd hebben aan een klankbord dat helpt woorden te geven aan emoties, gedachten, het rouwproces, de band met de overledene, ... Die kunnen ook veranderen naarmate de tijd vordert en dan is het heel fijn als je telkens kan aftoetsen met iemand die een gelijkaardige, een aanvullende of een tegengestelde kijk op de zaak kan hebben. Ook is het zo dat een gesprekspartner soms onbekende feiten kent over de overledene die de rouwende heel fijn vindt om te horen, omdat dit zijn/haar beeld van de overledene kan vervolledigen.
Er zijn ook mensen die vanuit hun rouwstijl liever niet praten, maar eerder dingen willen doen. In dat geval kan je voorstellen om samen dingen te ondernemen.
Ieder verweeft het verlies op zijn eigen unieke manier in zijn of haar leven en het is belangrijk dat de omgeving de rouwende deze ruimte ook geeft. Een rouwende heeft dan immers niet zoveel aan adviezen, hoe goed bedoeld ook. Wat voor jou gewerkt heeft bij een eerdere verlieservaring werkt misschien helemaal niet bij een ander. En oordelen of meningen kunnen de rouwende zelfs de indruk geven niet goed bezig te zijn.
Nabestaanden die een goede band hadden met de overledene vinden het heel fijn om over hun dierbare te praten en samen herinneringen op te halen.
Aarzel dan ook niet om vragen te stellen als: