Rouwen doe je op je eigen manier en op je eigen tempo. Soms willen mensen in je omgeving je helpen met advies dat gebaseerd is op een aantal misvattingen rond rouw, wat bijgevolg niet helpend is. Omring je daarom met mensen die goed afstemmen op jouw behoeften en probeer niet te veel te luisteren naar (soms goed bedoeld) advies van anderen.
Er circuleren een aantal misvattingen rond rouw en verlies. Rouwenden worden op deze manier vaak geconfronteerd met uitspraken die weliswaar goed bedoeld, maar totaal niet helpend of troostend zijn.
Dat heeft vaak te maken met een beperkte kennis over hoe rouw echt werkt, of wanneer men zich baseert op verouderde rouwmodellen. Daar wordt rouw gezien als iets dat bij iedereen op dezelfde manier verloopt, waarbij het aan het begin het zwaarst is en daarna steeds beter wordt. Je omgeving verwacht misschien dat je het na een tijd achter je laat en weer "de oude" wordt. Veel mensen denken dat rouw gaat over "verwerken," "loslaten," en "een plek geven." Oordelen, meningen en advies worden daarbij vaak in de mond genomen.
Al deze uitspraken vertrekken vanuit een goede intentie. Jouw omgeving wil er alles aan doen om jouw pijn van het verlies zo snel mogelijk weg te nemen. Maar deze ideeën helpen vaak niet en doen geen recht aan hoe rouw voor veel mensen echt voelt. Ze roepen weerstand op en jij voelt je onbegrepen of niet erkend in jouw individueel rouwproces.
We nemen enkele misvattingen rond rouw onder de loep en geven ook mee wat helpend kan zijn op basis van inzichten uit recentere rouwmodellen.
Een aantal voorbeelden van die misverstanden zijn:
Heel vaak hoor je vragen: “Heb je het al een plekje kunnen geven?” Je kan je dan afvragen: waar is dat plekje dan?
Julie De Keersmaecker die haar 3-jarige dochter Marie verloor, heeft daar een duidelijke mening over in haar boek Op Pad met Verdriet:
“Als ik dit zinnetje hoor, geeft het me het gevoel dat ‘het’ (Marie) een schilderij of een kader is dat ik een plaats moet geven in mijn interieur. Dat ‘het’ (Marie) een vaste plaats moet krijgen. Alsof ‘het’ niet meer mag bewegen en daar voor de rest van mijn leven moet hangen. Dat geeft jullie misschien rust. Dat maakt dat het verlies overzichtelijk wordt voor jullie. Ik vertel je dat dat voor ons niet zo is. Er is veel in beweging en alles is zijn vaste plaats kwijt…. Ik zeg ‘nee’ omdat Marie nog steeds een levend wezen is (zonder aards jasje aan). Ze groeit mee met mij en dat betekent dat ik haar geen vaste plaats kan geven, maar zeker ook geen vaste plaats wil geven…. Ik als mama van Marie, neem Marie mee in mijn gedachten. Ik neem haar mee in mijn creaties, in mijn dromen, in mijn meditaties, in mijn schilderijen, in mijn schrijven, in alles wat ik doe en waar ik kom. Zelfs tijdens een simpele boswandeling…"
Het een plekje geven kan wel betekenisvol zijn als het gaat om het plekje op de begraafplaats of het plekje van de urne. Soms kan je je innig verbonden voelen met je geliefde als je aan het graf of tegenover de urne staat.
We zeggen wel eens dat rouwen liefde is. En die liefde stopt niet na het overlijden. Het is omdat we iemand graag zien, dat we rouwen. Daar staat nu eenmaal geen termijn op.
Rouw heeft ook niet altijd dezelfde intensiteit: de periode net na het overlijden kan heel zwaar zijn. Na een tijdje krijg je de indruk dat het een beetje draaglijker wordt. Hoe lang dit duurt, is voor iedereen anders. Toch kan je plots - zelfs tientallen jaren na het overlijden - getriggerd worden door iets of iemand, waarbij de rouw weer even intens aanvoelt als in het begin. We vergelijken rouw daarom ook wel eens met een golfbeweging. Waarbij een woelige zee en rustiger vaarwater elkaar afwisselen.
Tijd heelt alle wonden? Nee. Tijd kan wonden verzachten, maar nooit volledig helen.
Men zegt wel eens dat je alle ‘eerste keren na het overlijden’ moet doorgaan en dat het daarna wel beter zal gaan. Bijvoorbeeld: de eerste verjaardag zonder je geliefde, de eerste vakantie, de eerste feestdagen, ...
Tijdens dit eerste jaar leer je hoe je het verlies kan verweven in je leven, want verwerken doe je nooit helemaal. Dit kan vaak erg zwaar aanvoelen. Omdat we allemaal op onze eigen manier rouwen, is voor sommigen het tweede jaar misschien net zwaarder dan het eerste.
Elk rouwproces is uniek. Sommige mensen kunnen na enkele weken of maanden het leven terug opnemen en bij anderen duurt dit jaren. Belangrijk is dat je daarbij je eigen gevoel volgt. Soms word je door de omgeving onder druk gezet om dingen bijvoorbeeld snel op te ruimen en heb je daar nadien spijt van.
In haar boek 'Het is oké om je niet oké te voelen', verwoordt Megan Devine dit als volgt: “Wanneer is het gepast om de trouwring af te doen, de slaapkamer van het kind te veranderen in een logeerkamer of niet meer in de tegenwoordige tijd over de overledene te praten? [...] Als je misselijk wordt wanneer je je trouwring afdoet, is de tijd er nog niet rijp voor. Je hoeft niets te veranderen als je er niet klaar voor bent. Wanneer je grote beslissingen neemt, is helemaal aan jou. Er bestaat geen ‘juiste tijd’. Er bestaat geen te vroeg of te laat. Je zult doen wat nodig is wanneer het nodig is. Het zal nooit goed voelen. Maar als je misselijk wordt bij de gedachte, is het zeker niet het juiste moment.”
Omdat we rouwen uit liefde, hoef je je geliefde niet los te laten. Als je een goede band had met de overledene kan deze blijvende band net een grote steun betekenen.
Vaak gaan we op zoek naar een andere manier van verbinding. Of zoals Manu Keirse het zo mooi verwoordt: “Sterven is verhuizen van de buitenwereld, naar het hart van al de mensen waar je van houdt.” Het koesteren van mooie herinneringen kan daarbij helpend zijn.
Praten en huilen mag, maar moet niet. Misschien heb jij een heel andere rouwstijl en haal jij bijvoorbeeld meer uit het ondernemen van actie. Ook positieve gedachten en gevoelens mogen er zijn en onderzoek heeft aangetoond dat dit zelfs zeer helpend kan zijn.
Na het overlijden van zijn echtgenote geeft Jan aan dat hij eigenlijk helemaal niet zoveel geweend heeft. Hij is vooral dankbaar dat ze zo lang gelukkig samen waren. Als eerbetoon aan haar heeft hij een boekje gemaakt met foto’s van zijn echtgenote en haar uitvaart én voegde hij zelfgeschreven gedichten toe.
“Onderzoekers volgden rouwenden gedurende 5 jaar en vonden geen wetenschappelijk bewijs voor de idee van de uitgestelde klap. Met nabestaanden met wie het kort na het verlies goed ging, ging het 5 jaar later ook goed. Slechts 3% vertoonde tekenen van uitgestelde rouw.” (Bron: Huub Buijssen – de 5 talen van troost).
Mensen die zich afstemmen op jouw behoeften. Want jouw behoeften kunnen veranderen van dag tot dag en zelfs van uur tot uur. Dat hoeft ook niet altijd dezelfde persoon te zijn. De een kan misschien goed luisteren, de ander kan je helpen met praktische dingen en een derde wil misschien af en toe met je gaan wandelen of sporten. Daarbij helpt het hen ook als je zelf duidelijk je behoeften aangeeft.
Soms vinden mensen in je omgeving niet de juiste woorden en reageren ze daardoor fout of helemaal niet. Dit kan zeer pijnlijk aanvoelen. Voel je dan ook niet lastig om dit aan te geven of om de vriendschap een tijdje op een lager pitje te zetten.